
De dag was al gereserveerd in mijn agenda, maar dit maakte het allemaal net wat beter in het vroege voorjaar. Het wordt een voor mij bekend putje in de buurt, waar ik het vanavond net iets anders zou aanpakken als ik normaal zou doen. Bij aankomst blijk ik het water voor mij alleen te hebben en dit maakt het alleen maar mooier. Het water is vlak en laat niet veel zien. Door de voorjaarsbloesem ligt er een dun laagje op het water.
Ik zie al snel een vis springen op een plek waar ik dit al een beetje had verwacht. De keuze voor een stek is snel gemaakt. De hengels worden ver uit elkaar gezet en zelf ga ik ook maar een heel stuk van de kan af zitten, om vooral de vis niet te verstoren.
De rig-jes gaan te water met een handje gebroken voor eromheen. Als ik rustig zit, zie ik geregeld een vis het wateroppervlak doorbreken. Maar telkens op een echt wisselende plek, waarbij ik mijzelf dus maar wijs maak dat ik op een goede plek zit.
Het is net schemer als de linker hengel een flinke fluiter geeft. Dat is geen brasem maar een echte karper. De vis blijft lang rondcirkelen onder de top, voordat deze eindelijk veilig in het net ligt.
De collega karper visser is er is voor praatje, kan mooi een foto maken, waarna deze weer mag zwemmen. De hengel wordt opnieuw beaasd en terug uitgeworpen. Na ongeveer een uur schiet mijn andere hengel er als speer vandoor. Een keiharde run waarbij de vis flink lijn neemt. Dit voelt aan als een beste vis. De dril is stevig en strak, maar uiteindelijk glijd ook deze netjes over de koord van het net. Wat een lekker avondje. Met een volle maan die boven de bomenrij uitkruipt rij ik zeer tevreden naar huis.