Flinke buien trekken over het land. Als ik naar buiten kijk kleurt de lucht regelmatig donker. Maar aan het begin van de avond wordt het dan toch lichter en gaat de zon zelfs af en toe schijnen. Ondanks dat de wind flink blijft waaien, ga ik toch maar even naar het water.
Er wordt een plekje opgezocht aan de windluwe kant van het water. Op mijn eerste plek strooi ik wat mais. De dobber wordt uitgelood en het wachten kan beginnen. Na ongeveer een half uurtje zonder enkele beet, toch verderop in het hoekje ook maar wat mais gestrooid. Na nog een minuut of twintig naar een roerloze dobber te hebben gekeken verkas ik naar het hoekje. Roerloos van de vis, het waait namelijk nog steeds flink. De diepte is hier het zelfde, dus peilen hoeft niet. De dobber moet af en toe z’n best doen zijn rode puntje boven water te houden. Al na enkele minuten trekt de dobber weg en sla ik aan. Na een eerste run merk ik ook gelijk dat het karper is. Dit keer gelukkig geen brasems. De dril is kort maar het karpertje weet het nog lastig te maken met wat bomen. Vlak voor het net zie ik al dat om een spiegeltje gaat. De eerste voor me op dit water. Ik ben blij als de vis veilig in het net zit. Met de zelfontspanner worden snel enkele foto’s gemaakt. En dan kan de vis weer veilig terug. 
Als ik hierna mijn aas weer heb in liggen land er een roodborstje op mijn hengel. Deze kijkt even rond of er nog iets te halen valt en kijkt de visser bedenkend aan. Nog voor het donker wordt rij ik alweer tevreden naar huis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten